taaide af

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • taai·de af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aftaaien

taaide af

  1. enkelvoud verleden tijd van aftaaien
    • Ik taaide af. 
    • Jij taaide af. 
    • Hij, zij, het taaide af. 


Gangbaarheid