swaffelaar

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • swaf·fe·laar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord swaffelaar swaffelaars
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de swaffelaarm

  1. man die met zijn penis ergens tegen aan slaat
     De Rotterdamse politie heeft gisteravond een swaffelaar aangehouden die met zijn geslachtsdeel tegen een metrostel had geslagen.[1]
     Een vrouw uit het Amerikaanse St. Louis kan binnenkort 95 miljoen dollar op haar rekening bijschrijven. De inmiddels 24-jarige Ashley Alford werd vier jaar geleden door haar toenmalige baas op een paar flinke tikken met zijn klokkenspel getrakteerd. De jury achtte de swaffelaar schuldig en liet hem diep in de buidel tasten.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 25 juli 2023 Weblink bron “Rotterdamse swaffelaar opgepakt” (Dinsdag 10 augustus 2010, 15:04), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 25 juli 2023 Weblink bron “Miljoenenboete na swaffelen collega” (13-06-2011), Tubantia