suspendeert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sus·pen·deert

Werkwoord

vervoeging van
suspenderen

suspendeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van suspenderen
    • Jij suspendeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van suspenderen
    • Hij suspendeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van suspenderen
    • Suspendeert!