suikermaxdag

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  suikermaxdag    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• sui·ker·max·dag

Woordherkomst en -opbouw

• samenstellende samenstelling van  suiker zn,   maximum zn  en  dag zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	suikermaxdag	suikermaxdagen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de suikermaxdag m

1. de dag dat men volgens de WHO zijn maximale hoeveelheid suiker van dat kalenderjaar heeft genuttigd

   ▸ Een feestdag is het allerminst, maar vandaag is het ‘suikermaxdag’. Dat is de dag waarop kinderen tussen de 4 en 8 jaar al genoeg suiker hebben binnengekregen voor het hele jaar, gemeten naar de maatstaven van de Wereldgezondheidsorganisatie.

   ▸ Op 8 juli was het ‘Suikermaxdag’, de dag waarop veel mensen de aanbevolen hoeveelheid suiker voor een heel jaar al op hebben. We spraken erover in de Nieuwsupdate:

Gangbaarheid

• Het woord 'suikermaxdag' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.