substantiveert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sub·stan·ti·veert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
substantiveren |
substantiveert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van substantiveren
- Jij substantiveert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van substantiveren
- Hij substantiveert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van substantiveren
- Substantiveert!