substantiveert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sub·stan·ti·veert

Werkwoord

vervoeging van
substantiveren

substantiveert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van substantiveren
    • Jij substantiveert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van substantiveren
    • Hij substantiveert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van substantiveren
    • Substantiveert!