styliet

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sty·liet
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘pilaarheilige’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
  • afgeleid van het Griekse 'stulos' [zuil, pilaar] met het achtervoegsel -liet [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord styliet stylieten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de stylietm

  1. (religie) pilaarheilige

Gangbaarheid

17 % van de Nederlanders;
30 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen