pilaarheilige
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pi·laar·hei·li·ge
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van pilaar en heilige [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pilaarheilige | pilaarheiligen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de pilaarheilige m
- (religie) christelijke kluizenaar die als boetedoening een groot gedeelte van zijn leven op de top van een hoge zuil doorbracht
Synoniemen
Vertalingen
1. christelijke kluizenaar die als boetedoening een groot gedeelte van zijn leven op de top van een hoge zuil doorbracht
Gangbaarheid
- Het woord pilaarheilige staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pilaarheilige" herkend door:
67 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ pilaarheilige op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be