stroomlijnt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stroom·lijnt

Werkwoord

vervoeging van
stroomlijnen

stroomlijnt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stroomlijnen
    • Jij stroomlijnt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stroomlijnen
    • Hij stroomlijnt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van stroomlijnen
    • Stroomlijnt!