straalden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: straalden (hulp, bestand)
- IPA: / ˈstraldə(n) / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /straɫdə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈstraldə(n)/
Woordafbreking
- straal·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
stralen |
straalden
- meervoud verleden tijd van stralen
- Wij straalden.
- Jullie straalden.
- Zij straalden.
- Wij straalden.