storneert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stor·neert

Werkwoord

vervoeging van
storneren

storneert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van storneren
    • Jij storneert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van storneren
    • Hij storneert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van storneren
    • Storneert!