stormt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stormt

Werkwoord

vervoeging van
stormen

stormt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stormen
    • Jij stormt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stormen
    • Hij stormt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van stormen
    • Stormt! 

Werkwoord

vervoeging van
stormen

stormt

  1. onpersoonlijke tegenwoordige tijd van stormen