stond achter

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stond ach·ter
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
achterstaan

stond achter

  1. enkelvoud verleden tijd van achterstaan
    • Ik stond achter. 
    • Jij stond achter. 
    • Hij, zij, het stond achter. 


Gangbaarheid