stond achter
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- stond ach·ter
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
achterstaan |
stond achter
- enkelvoud verleden tijd van achterstaan
- Ik stond achter.
- Jij stond achter.
- Hij, zij, het stond achter.
- Ik stond achter.
Gangbaarheid
- Het woord stond achter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.