stemkundig

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stem·kun·dig
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen stemkundig
verbogen stemkundige
partitief stemkundigs

Bijvoeglijk naamwoord

stemkundig

  1. (verouderd) met betrekking tot het goed gebruiken van ademhaling en strottenhoofd voor zang en spraak
     Ook de solide maar toch vloeiende contrapuntiek van de koorzetting verraad de hand van een stemkundig vakman; toch zijn er veel valstrikken en moeilijkheden in, zeker voor een dilettantenkoor.[1]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 3 januari 2021 Weblink bron Kunst : Uitvoering Toonkunst, Groote Societeit in: Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche courant, jrg. 58 nr. 299 (19 december 1929), Van der Loeff, Enschede, p. 13 (blad 4 p. 1) kol. 1