spruitjeslucht

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spruit·jes·lucht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord spruitjeslucht spruitjesluchten
verkleinwoord spruitjesluchtje spruitjesluchtjes

Zelfstandig naamwoord

de spruitjesluchtv / m

  1. de geur van spruitjes
    • De kinderen walgden van de spruitjeslucht, want spruitjes daar hielden ze niet van. 
  2. de geur van kleinburgerlijkheid uit de jaren '50 van de twintigste eeuw.
    • In Nederland is van de spruitjeslucht niets meer over. We eten beter en kosmopolitischer. 

Meer informatie

Gangbaarheid