sprak voor
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: sprak voor (hulp, bestand)
Woordafbreking
- sprak voor
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
voorspreken |
sprak (...) voor
- enkelvoud verleden tijd van voorspreken
- Ik sprak voor.
- Jij sprak voor.
- Hij, zij, het sprak voor.
- Ik sprak voor.