spioneerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: spioneerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- spi·o·neer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
spioneren |
spioneerde
- enkelvoud verleden tijd van spioneren
- Ik spioneerde.
- Jij spioneerde.
- Hij, zij, het spioneerde.
- Ik spioneerde.