spinst

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  spinst    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• spinst

Werkwoord

vervoeging van
spinzen

spinst

1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spinzen
   

   • Jij spinst. 

2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van spinzen
   

   • Hij spinst. 

3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van spinzen
   

   • Spinst! 

Gangbaarheid

• Het woord spinst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.