speelde mee
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: speelde mee (hulp, bestand)
Woordafbreking
- speel·de mee
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
meespelen |
speelde mee
- enkelvoud verleden tijd van meespelen
- Ik speelde mee.
- Jij speelde mee.
- Hij, zij, het speelde mee.
- Ik speelde mee.
Gangbaarheid
- Het woord speelde mee staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.