speculeert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: speculeert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- spe·cu·leert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
speculeren |
speculeert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van speculeren
- Jij speculeert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van speculeren
- Hij speculeert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van speculeren
- Speculeert!