species

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak

(heteroniem)

Woordafbreking
  • [A] spe·ci·es
  • [B] spe·cies
Woordherkomst en -opbouw
[A] enkelvoud meervoud
naamwoord species species
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

[A] de speciesv

  1. (biologie) soort, diersoort, plantensoort
Verwante begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

de [B] speciesmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord specie
Synoniemen

Gangbaarheid

81 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Engels

Uitspraak
enkelvoud meervoud
species species

Zelfstandig naamwoord

  1. (biologie) soort, diersoort, plantensoort.