softheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- soft·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | softheid | softheden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de softheid v
- zachtheid, slapheid, vergevingsgezindheid
- „Er is geen oorlog in dat land, hij is dus een ’gelukszoeker’ en dient terstond te worden uitgezet naar waar hij vandaan komt. Ten tweede is stelen van etenswaren wel degelijk strafbaar, alhoewel die man dat ontkent. Hij weet in zijn arrogantie niet eens waar hij over praat. Nederland zal in alle softheid wel weer met de hand over het hart strijken. Waar eindigd dit?” [1]
- Soft zijn voor wangedrag is de beste manier om toenemend wangedrag te garanderen. Daar mogen onze rechters best eens over nadenken. De oorzaak van kwaad is de softheid waarmee er gestraft wordt. [2]
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord softheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "softheid" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
69 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ De Telegraaf 14 mrt. 2016 ’Stelen eten geen misdrijf’ 14 mrt. 2016 in WAT U ZEGT
- ↑ De Telegraaf 26 okt. 2018 ’Groot gelijk: verkeershufters harder aanpakken’
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be