sodemietert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • so·de·mie·tert

Werkwoord

vervoeging van
sodemieteren

sodemietert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sodemieteren
    • Jij sodemietert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sodemieteren
    • Hij sodemietert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van sodemieteren
    • Sodemietert!