snijd klein
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: snijd klein (hulp, bestand)
Woordafbreking
- snijd klein
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kleinsnijden |
snijd (...) klein
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kleinsnijden
- Ik snijd klein.
- gebiedende wijs van kleinsnijden
- Snijd klein!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kleinsnijden
- Snijd je klein?