smousjast
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- smous·jast
Werkwoord
vervoeging van |
---|
smousjassen |
smousjast
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van smousjassen
- Jij smousjast.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van smousjassen
- Hij smousjast.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van smousjassen
- Smousjast!