smiespelt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- smies·pelt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
smiespelen |
smiespelt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van smiespelen
- Jij smiespelt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van smiespelen
- Hij smiespelt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van smiespelen
- Smiespelt!