smeerde aan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • smeer·de aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aansmeren

smeerde aan

  1. enkelvoud verleden tijd van aansmeren
    • Ik smeerde aan. 
    • Jij smeerde aan. 
    • Hij, zij, het smeerde aan. 


Gangbaarheid