Naar inhoud springen

smeed samen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • smeed sa·men
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
samensmeden

smeed (...) samen

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samensmeden
    • Ik smeed samen. 
  2. gebiedende wijs van samensmeden
    • Smeed samen! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samensmeden
    • Smeed je samen? 

Gangbaarheid