smalende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sma·len·de
Bijvoeglijk naamwoord
smalende
- verbogen vorm van de stellende trap van smalend
Werkwoord
vervoeging van: | smalen |
smalende
- verbogen vorm van smalend, het onvoltooid deelwoord van smalen
smalende
vervoeging van: | smalen |
verbogen vorm: | smalendee |
smalende