sloegen los
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: sloegen los (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsluɣə(n) ˈlɔs / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- sloe·gen los
Woordherkomst en -opbouw
- uit sloegen (werkwoord) en los (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
losslaan |
sloegen (…) los
- meervoud verleden tijd van losslaan
- Wij sloegen los.
- Jullie sloegen los.
- Zij sloegen los.
- Wij sloegen los.
Gangbaarheid
- Het woord sloegen los staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.