slibde dicht

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • slib·de dicht
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
dichtslibben

slibde dicht

  1. enkelvoud verleden tijd van dichtslibben
    • Ik slibde dicht. 
    • Jij slibde dicht. 
    • Hij, zij, het slibde dicht. 


Gangbaarheid