slepende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sle·pen·de
Bijvoeglijk naamwoord
slepende
- verbogen vorm van de stellende trap van slepend
Werkwoord
vervoeging van: | slepen |
slepende
- verbogen vorm van slepend, het onvoltooid deelwoord van slepen
slepende
vervoeging van: | slepen |
verbogen vorm: | slependee |
slepende