skiffen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

skiffen
Uitspraak
Woordafbreking
  • skif·fen
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van skiff met het achtervoegsel -en

Werkwoord

skiffen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
skiffen
skifte
geskift
zwak -t volledig
  1. (sport) roeien in een lange, lichtgewicht, eenpersoons roeiboot
     Maar nu ik me weer helemaal op het skiffen stort, kan ik elke wedstrijd goed gebruiken om meer ervaring op te doen.[1]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 3 oktober 2021 Weblink bron “Krachtpatser Roel Braas zegt Holland Acht vaarwel” (08-12-2012), Tubantia