sinter

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sin·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sinter sinters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de sinterm

  1. (scheikunde) product dat ontstaat uit het samenbakken van fijne ertsen, smeltmiddelen (kalksteen en duniet) en recuperatiestoffen
    • In de hooovens gebruikt men sinter omdat men daaruit efficiënter ijzer uit ijzererts kan produceren. 

Werkwoord

vervoeging van
sinteren

sinter

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sinteren
    • Ik sinter. 
  2. gebiedende wijs van sinteren
    • Sinter! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sinteren
    • Sinter je? 

Gangbaarheid

33 % van de Nederlanders;
37 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be