signalisatie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

[2] signalisatie voor fietsers
Uitspraak
Woordafbreking
  • sig·na·li·sa·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord signalisatie signalisaties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de signalisatiev

  1. het geven van een teken
    • Het ritsprincipe is een algemene regel die nageleefd moet worden, zonder dat er signalisatie nodig is. Maar uit onderzoek van Vias Institute (het voormalige BIVV, red.) in 2016 bleek dat slechts 77 procent van de bestuurders exact kan uitleggen wat het ritsprincipe inhoudt.[1] 
    • De voertuigen hebben minder verblindende reflectoren en hun ledverlichting (signalisatie en zwaailichten) is een stuk krachtiger. Het wagenpark van de federale wegpolitie was dringend aan vervanging toe.[2] 
  2. bewijzering die aangeeft in welke richting men moet gaan om bepaalde bestemmingen te bereiken
    • Unizo is zeker geen tegenstander van het circulatieplan, maar pleit wel voor de bijsturing ervan, bijvoorbeeld door aan de parkeertarieven te sleutelen en de signalisatie van de PR-parkings te verbeteren.[3] 
Synoniemen

Gangbaarheid

77 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. de Standaard 05/01/2018 om 12:15 door rdc Ritsen moet, en zo doe je het correct
  2. de Standaard 28/12/2017 door adm Federale wegpolitie koopt dure, op maat gebouwde voertuigen
  3. de Standaard 10/11/2017 om 06:00 door Ruben Mooijman Gents centrum blijft volk lokken
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be