seilt ab

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • seilt ab
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
abseilen

seilt ab

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van abseilen
    • Jij seilt ab. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van abseilen
    • Hij seilt ab. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van abseilen
    • Seilt ab! 


Gangbaarheid