schuurde af
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: schuurde af (hulp, bestand)
Woordafbreking
- schuur·de af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afschuren |
schuurde af
- enkelvoud verleden tijd van afschuren
- Ik schuurde af.
- Jij schuurde af.
- Hij, zij, het schuurde af.
- Ik schuurde af.
Gangbaarheid
- Het woord schuurde af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.