schuinde af

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schuin·de af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afschuinen

schuinde af

  1. enkelvoud verleden tijd van afschuinen
    • Ik schuinde af. 
    • Jij schuinde af. 
    • Hij, zij, het schuinde af. 


Gangbaarheid