schrijnt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schrijnt

Werkwoord

vervoeging van
schrijnen

schrijnt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schrijnen
    • Jij schrijnt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schrijnen
    • Hij schrijnt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van schrijnen
    • Schrijnt!