schreven uit

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schre·ven uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitschrijven

schreven uit

  1. meervoud verleden tijd van uitschrijven
    • Wij schreven uit. 
    • Jullie schreven uit. 
    • Zij schreven uit. 


Gangbaarheid