schrander

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schran·der
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘slim’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1621 [1]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen schrander schranderder schranderst
verbogen schrandere schranderdere schranderste
partitief schranders schranderders -

Bijvoeglijk naamwoord

schrander

  1. over een hoge mate van intelligentie beschikkend of daarvan blijk gevend
    • Zij was de schranderste van de klas. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

82 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen