schlummernden
Duits
Uitspraak
- Geluid: schlummernden (hulp, bestand)
- IPA: / ˈʃlʊmɐndən /
Woordafbreking
- schlum·mern·den
Bijvoeglijk naamwoord
schlummernden
- onbepaald (zonder lidwoord) genitief mannelijk enkelvoud van schlummernd
schlummernden
- onbepaald (zonder lidwoord) accusatief mannelijk enkelvoud van schlummernd
schlummernden
- onbepaald (zonder lidwoord) genitief onzijdig enkelvoud van schlummernd
schlummernden
- onbepaald (zonder lidwoord) datief meervoud van schlummernd
Bijvoeglijk naamwoord
schlummernden
- bepaald genitief mannelijk enkelvoud van schlummernd
schlummernden
- bepaald datief mannelijk enkelvoud van schlummernd
schlummernden
- bepaald accusatief mannelijk enkelvoud van schlummernd
schlummernden
- bepaald genitief vrouwelijk enkelvoud van schlummernd
schlummernden
- bepaald datief vrouwelijk enkelvoud van schlummernd
schlummernden
- bepaald genitief onzijdig enkelvoud van schlummernd
schlummernden
- bepaald datief onzijdig enkelvoud van schlummernd
schlummernden
- bepaald meervoud van schlummernd
Bijvoeglijk naamwoord
schlummernden
- onbepaald genitief mannelijk enkelvoud van schlummernd
schlummernden
- onbepaald datief mannelijk enkelvoud van schlummernd
schlummernden
- onbepaald accusatief mannelijk enkelvoud van schlummernd
schlummernden
- onbepaald genitief vrouwelijk enkelvoud van schlummernd
schlummernden
- onbepaald datief vrouwelijk enkelvoud van schlummernd
schlummernden
- onbepaald genitief onzijdig enkelvoud van schlummernd
schlummernden
- onbepaald datief onzijdig enkelvoud van schlummernd
schlummernden
- onbepaald meervoud van schlummernd