schildert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- schil·dert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
schilderen |
schildert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schilderen
- Jij schildert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schilderen
- Hij schildert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van schilderen
- Schildert!
- ▸ ‘Heel handig, zo hoef je geen drinkwater te verspillen als je onderweg schildert.’[1]
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers