schenktuit

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schenk·tuit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schenktuit schenktuiten
verkleinwoord schenktuitje schenktuitjes

Zelfstandig naamwoord

de schenktuitv / m

  1. spits toelopende uitstulping bovenaan een vat met vloeistof, bedoeld om de inhoud ervan uit te gieten
     Engelsen laten het deksel op de koker en houden de schenktuit onder de kraan.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 27 september 2022 Weblink bron
    Job Hubatka
    “Brieven : In Engeland is het altijd TIF” (23 februari 2015) op nrc.nl op Wikipedia