schenk in

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schenk in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
inschenken

schenk in

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inschenken
    • Ik schenk in. 
  2. gebiedende wijs van inschenken
    • Schenk in! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inschenken
    • Schenk je in? 


Gangbaarheid