scharrelde rond

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schar·rel·de rond

Werkwoord

vervoeging van
rondscharrelen

scharrelde rond

  1. enkelvoud verleden tijd van rondscharrelen
    • Ik scharrelde rond. 
    • Jij scharrelde rond. 
    • Hij, zij, het scharrelde rond.