schandmerkt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: schandmerkt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- schand·merkt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
schandmerken |
schandmerkt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schandmerken
- Jij schandmerkt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schandmerken
- Hij schandmerkt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van schandmerken
- Schandmerkt!