Naar inhoud springen

schandmerkt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schand·merkt

Werkwoord

vervoeging van
schandmerken

schandmerkt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schandmerken
    • Jij schandmerkt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schandmerken
    • Hij schandmerkt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van schandmerken
    • Schandmerkt!