samendrijf
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: samendrijf (hulp, bestand)
Woordafbreking
- sa·men·drijf
Werkwoord
vervoeging van |
---|
samendrijven |
samendrijf
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van samendrijven
- ... dat ik samendrijf.