salami

Uit WikiWoordenboek
Drie soorten Italiaanse salami op een broodplank

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sa·la·mi
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord salami salami's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de salamim

  1. een gekruid soort worst oorspronkelijk uit Italië afkomstig
    • Ik lust geen salami omdat er zoveel knoflook inzit. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen