sacreert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sa·creert

Werkwoord

vervoeging van
sacreren

sacreert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sacreren
    • Jij sacreert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sacreren
    • Hij sacreert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van sacreren
    • Sacreert!