sacherijn

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sa·che·rijn
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sacherijn sacherijnen
verkleinwoord sacherijntje sacherijntjes

Zelfstandig naamwoord

de sacherijnm

  1. ontevreden stemming
     Na dagen van sacherijn en cynisme lijkt er voor Oranje zowaar een zonnetje door te breken boven Rio.[2]
  2. ontevreden persoon
     Ik schrik, word dan pissig en roep op mijn hardst: 'Jemig, sacherijn.'[3]
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

39 % van de Nederlanders;
41 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. sacherijn op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink Weblink bron “Nacht 7: Oranje krijgt blosjes op de wangen” (13-08-2016), Tubantia
  3. Bronlink Weblink bron “Ik zal me nu wel enorm laten kennen, maar ik lag wakker van een tweet” (11 april 2015), Het Parool
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be